Foto: Sprekers tijdens de March of Life in Haarlem – Shoshanna, Deborah Maarsen, rabbijn Binyomin Jacobs en Wim Verwoerd
Deze speech van Wim Verwoerd was bedoeld voor de March of Life in Haarlem, 15 juni 2025, maar op verzoek van de politie en de burgemeester (in verband met Israëlhaters die van zich lieten horen) hebben we de demonstratie niet nog langer laten uitlopen.
Wij zullen niet zwijgen. We willen laten zien dat we geleerd hebben van de geschiedenis. Je kunt alleen maar leren van de geschiedenis, wanneer we deze kennen; feitelijk weten, wat is er gebeurd. Weten hoe wij ons in het verleden hebben gedragen. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Hoe doen wij het nu anders? En dan geen loze woorden, maar daden.
Tijdens WO II hebben Nederlanders voor 90% gezwegen: 5 procent stond zelfs aan de verkeerde kant en heulde met de nazi’s. Maar het is zoals Elie Wiesel heeft gezegd: “Het tegenovergestelde van liefde is niet haat, maar onverschilligheid.” Je vijanden die ken je, je weet wat je aan ze hebt en wat je kan verwachten. Maar mensen die je buren zijn, waar je goed mee was, mensen waar je zaken mee deed, klasgenoten, als die zich wanneer je in nood komt onverschillig ten opzichte van jou gedragen… dat doet zo’n pijn. We moeten weten dat wij als Nederlanders, zowel regering als burgers ons hebben schuldig gemaakt al vóór de oorlog aan het tegenhouden van Joodse mensen die vluchtten voor hun leven… Joden die op hun blote knieën smeekten om Nederland binnen te mogen, werden keihard terugverwezen… naar de concentratiekampen en uiteindelijk naar de dood.
We moeten weten dat er een lijn loopt van anti-Judaïsme, overgaand in antisemitisme in de vroege kerkgeschiedenis, naar uiteindelijk de Shoa. We zullen niet zwijgen door ook het kerkelijk antisemitisme aan de kaak te stellen. Het was er vroeger en het is er ook nu nog, heel veel kerkelijk antisemitisme, met de paplepel werd het erin gebracht; “Want de Joden hebben Jezus gekruisigd”. Nog in het begin van de 19e eeuw zijn er voorbeelden van (lees het boek van IJs Vissel “Zo’n Jodenkind heeft geen mooie hengel nodig). IJs, iesje, vertelt hoe hij als kind in een Groningsdorpje Warffum opgroeide. En dat op een keer de catechisanten tijdens de catechisatie heel aanschouwelijk werd verteld door de dominee, dat de Joden Jezus hebben vermoord. Je kon als het ware horen hoe de spijkers in het hout werden geslagen. De gevoelige catechisanten kregen tranen in de ogen. De volgende morgen wordt iesje op het schoolplein door hen opgewacht en ze beginnen op hem in te beuken. Wat had er gebeurd, als zijn grote sterke broer Simon niet ingegrepen had en zijn klompen op de jongens kapot had geslagen? De dominee komt de volgende dag thuis op bezoek. “Het dorp spreekt er schande van wat… Simon gedaan heeft.” Hij vermaant dan: “Het Joodse volk is geen volk van strijders maar van dulders zoals Job. De Joden past niet het zwaard maar de Tora…”. En zo gaat hij door. Bij de deur krijgt de moeder van iesje nog een vermaning; “Wees op uw hoede voor Simon. Als hij zo doorgaat, zal het nog slecht aflopen met hem.”
En dan besluit iesje met de conclusie: “Ja zijn voorspelling is uitgekomen. Simon is vergast…Niet omdat hij niet hard genoeg heeft gevochten, maar omdat hij, in een poging de grote slachting te overleven, nagenoeg alleen stond.”
En daarom zullen wij niet zwijgen.
- Nee, wij zien de Joden niet als ‘dulders’, zo hebben ze zichzelf nooit gezien en zeker nu niet, nu de wereld opnieuw vindt dat Israël een dulder moet zijn, zelfs bij een nucleaire dreiging. Terwijl we niet in de gaten hebben dat “we Israël op de knieën zouden moeten danken dat zij opnieuw de kastanjes uit het vuur halen.” Het zijn mijn woorden, maar ook de woorden van de Iraanse schrijver Keyvan Shahbazi: “We moeten Israël op onze blote knieën danken voor de aanval op Iran.”
- Daarom zullen wij niet zwijgen. We mogen het niet toelaten dat het Joodse volk, onze Joodse stadsgenoten, volksgenoten alleen komen te staan. Dat Joodse mensen hier in Nederland überhaupt verantwoordelijk worden gehouden voor wat er in het Midden-Oosten gebeurt, dat is al fout. Daar zit echt een kwade antisemitische geest achter. We moeten het kwaad onderkennen, onze ogen er niet voor sluiten, ons niet eenzijdig laten voorlichten. We moeten leren van de geschiedenis!
Het waren enkelen die zagen dat het fout ging, al vóór de oorlog, dat de Joden als ras ten dode waren gedoemd, ten tijde van het nazi-regime en die niet zwegen. Hier in Haarlem was dat de familie Ten Boom. Zoon Willem zag het. Al in 1928 tijdens zijn studieperiode in Leipzig maakte hij kennis met de antisemitische literatuur en ontmaskerde hij het. Dat is wat wij steeds moeten doen: leugens ontmaskeren, propaganda ontmaskeren.
Vader Casper ten Boom is een voorbeeld voor ons allemaal. Om na te volgen. We weten van hem (en de familie Ten Boom) hoe hij zichzelf er voor over had om de Joden te redden van de ondergang. Vader Ten Boom vereenzelvigde zich met hen. Toen de Joden hier in Nederland een gele ster moesten dragen, vroeg hij aan dochter Corrie: “Wil jij een gele ster voor me kopen? Ik wil er ook één dragen” Corrie deed het niet, want schrijft ze; “Als vader de ster zou zijn gaan dragen, zou hij al heel gauw met de Joden zijn omgebracht. Nu kon God hem nog anderhalf jaar gebruiken hen te helpen ontsnappen, in ons huis te verbergen,…”
Wisten jullie trouwens dat Casper ten Boom een vriendschapsrelatie had met de Rabbijn van Haarlem? En de rabbijn met hem? Rabbijn Simon Philip de Vries (ja, het omvangrijk boekwerk over het jodendom genaamd “Joodsche riten en symbolen” is van hem) werd na zijn afstuderen rabbijn van de Joodse gemeente van Haarlem, tot hij in 1940 met emeritaat ging. Simon de Vries was een huisvriend. Betsie kreeg Hebreeuwse les van hem en vader Casper las samen met hem de wekelijkse parasja en ze lazen ook elkaars boeken. Luister, kunt u zich voorstellen: Toen rabbijn de Vries van de bezetter in 1942 naar Amsterdam moest verhuizen, kwam hij eerst nog bij de familie Ten Boom langs. Hij gaf alle boeken terug, maar hij gaf ook zijn sieraden en horloges in bewaring aan vader Ten Boom. Toen heeft vader nog met hem gebeden ten afscheid… ze hebben elkaar niet weer gezien; hij werd in 1943 gedeporteerd naar het kamp Westerbork en heeft uiteindelijk op 73-jarige leeftijd met zijn vrouw in Bergen-Belsen de dood gevonden. Zoon de Vries overleefde de oorlog, maar Corrie schrijft; “Ik kon hem de sieraden en horloges niet teruggeven. De Gestapo had ze gestolen.”
Wij zullen niet zwijgen; Ik hoef niet meer toe te voegen aan wat allemaal al gezegd is. Weet tenslotte wel: wij zijn niet de eerste die dit zeggen. Het is helemaal niet nieuw (het is al genoemd). Een oude profeet van Israël, Jesaja, Jesjajahoe, heeft het al gesproken: “Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem zal ik niet stil zijn,” Daarom is er nu ook March of Life in Nederland. Laat deze March een beginpunt zijn voor nog heel veel marsen in vele steden (en ook dorpen) in Nederland. Elk jaar met een nieuwe slogan. Vorig jaar was het “Am Israël Chai’ Nu: “We zullen niet zwijgen”
Neem het mee. Stuur ons een mail, wanneer u ook in uw stad een seminar ‘Breaking the veil of silence’ zou willen organiseren en een Mars op of rond de dag van de Shoa.
Wij zullen niet zwijgen.